7b. Antje Nagel (1744-1815)
Stadsvroedvrouw in Gouda
English translation at the bottom of the page
Antje Nagel was een stoere vroedvrouw die opkwam voor ongehuwde
moeders.
Zij werd in 1744 in het Duitse Leer geboren en was getrouwd met de
Duisburgse lakenhandelaar Johan Willem Frutel. In 1778 kreeg zij een
aanstelling als stadsvroedvrouw in Gouda en vestigde zich met haar echtgenoot
aan de Gouwe. Frutel runde een
stoffenwinkel in Gouda.
De functie van stadsvroedvrouw ontstond aan het begin van de 17e
eeuw. Hoofdtaak was het verlossen van onvermogende kraamvrouwen binnen de
stadsmuren, al mochten ze tegen een vergoeding beter gesitueerde vrouwen
helpen. Aan deze functie werden
opleidingseisen gesteld en waren officiƫle erkenningen en een eed verbonden.
De stadsvroedvrouw werd betaald door de stad. De dames hadden de
plicht om ongehuwde moeders (onder ede) naar de naam van de vader te vragen en
het recht om een nooddoop te verrichten.
Bekend is dat Antje tussen 1796 en 1801 gemiddeld 54 geboortes per jaar op stadskosten begeleidde. In 1796 moest ze verantwoording afleggen bij het College der Vroedkunde over haar handelen bij een kraamvrouw die klaagde over buikpijn en een dag later overleed. Het college oordeelde dat haar niets te verwijten viel, maar een jaar later werd haar verweten niet voldoende aangedrongen te hebben bij de ongehuwde kraamvrouw over de vraag naar de vader. Ze kreeg een boete van 25 gulden, ruim tien procent van haar jaarvergoeding. Antje weigerde te betalen omdat baljuw Hanzo Lemstra van Buma haar had bevolen in dit geval geen eed af te nemen. De boete werd uiteindelijk door een onbekende voldaan.
Deze informatie is onderdeel van de route 'Goudse vrouwen op de kaart' langs panden waar belangrijke Goudse vrouwen hebben gewoond of gewerkt. Klik hier voor de bijhorende plattegrond en informatie.
.
City midwife in Gouda
Antje Nagel was a brave midwife who stood up for unmarried mothers. She was born in Leer (Germany) in 1744 and she was married to a cloth merchant, Johan Willem Frutel who came from Duisburg. In 1778 she got an appointment as city midwife in Gouda and settled with her husband near the river de Gouwe. Frutel ran a fabric shop in Gouda.
The function of city midwife originated at the beginning of the 17th century. The most important task was the delivering of insolvent women in childbed inside the city walls, although the midwives were also allowed to help women in better circumstances for a fee. For this function one was suposed to have followed a proper training, with which was connected an official recognition and an oath. The city midwife was paid by the city. The midwives had the duty to ask unmarried mothers (under oath) the name of the father of the child and they had the right to perform an emergency baptism.
It
is known that Antje, between 1796 and 1801 accompanied an average of 54 births
per year at city expenses. In 1796 she had to acknowledge responsibility
in front of the College der Vroedkunde (Board of Midwifery) about her treating
a woman in childbed who complained about pain in her belly. The woman in
question died a day later, The board judged that she could not be blamed, but a
year later she was reproached because she had not insisted enough on asking the
unmarried woman in childbed for the name of the father. She got a fine of 25
guilders, which was more than 10% of her annual compensation. Antje refused to
pay because bailiff Hanzo Lemstra van Buma had ordered her in this case not to
take an oath. The fine was finally paid by an unkown person.
This information is part of the tour 'Women from Gouda on the map' along buildings in which important women in Gouda once lived or worked. Click here for the accompanying map and information.